| Notities: |
| -Geboorte | In het jaar agtienhondert vijftien dag vier en twintigsten Januari vertoonde ons: Anaantje van Loeven, oud vijf en veertig jaar , vroedvrouw dezer Gemeente Een kind van het mannelijk geslagt waarvan zij deze een en twintigsten Januari dezes jaars verlos hadde Antonia van Dompselaar ongehuwde dogter van Kasper Jan van Dompseler cq Willemientje Arendsen , aan hetzelve de naam van Gerrit gegeven worden in tegenwoordigheid van Arïaanjen van Loeven Hendrik Arendsen Willem Jansen
Gerrit
zoon van Antonia van Dompselaar
geb dag 21 feb |
| | | | -Overlijden | vermoedelijk in de strafgevangenis overleden aangezien: ".......Leonardus Fidel la House, oud vier en dertig jaren, en Adam Ulrich, oud vier en zestig jaren, bedienden in de strafgevangenis, beide alhier woonachtig; welke ons verklaard hebben dat alhier op den een en dertigste vdag der maand januari dezes jaars, des voormiddags te half elf ure, is overleden: Gerrit van Dompselaar.........." zie hieronder.
In het jaar een duizend acht honderd negen en zestig, den eersten dag der maand Februarij zijn voor Ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Leeuwarden, Provincie Friesland verschenen:
Leonardus Fidel la Housje, oud vier en dertig jaren, en Adam Ulrich, oud vier en zestig jaren, bedienden in de strafgevangenis, beide alhier woonachtig; welke Ons verklaard hebben dat alhier op den een en dertigsten dag der maand Januarij dezes jaars, des voormiddags te half elf ure, is overleden: Gerrit van Dompseler, oud vier en vijftig jaren, schoenmaker, geboren en laatst woonachtig te Putten, man van Hendrika van Ede en zoon van Antonia van Dompseler, zijnde verder niets bekend.
Waarvan Wij deze akte hebben opgemaakt, welke na voorlezing door Ons met de getuigen is geteekend. |
| | | | -Relatie | HUWELYKS-ACTEN
VAN
G. van Dompselaar en H. van Ede
Op heden den zesden Mei des jaars achttienhonderd zeven en dertig, des nade middags ten zes ure, compareerde
voor Ons Coenraad Johan van Dedem van Driesberg Burgemeester der Gemeente Putten Provincie Gelderland, Ambtenaar van den Burgerlijken Staat ,Gerrit van Dompselaar, oud tweeëntwintig jaren van beroep schoenmaker geboren te Putten en wonende te Putten meerderjarige Zoon van Antonia van Dompselaar, zonder beroep, mede te Putten woonachtig, alhier tegenwoordig en in ’t Huwelijk toestemmende ---- en Hendrica van Ede oud achtien jaren, van beroep dienstmeid, geboren te Voorthuizen en wonende te Amersfoort minder jarige dochter van Anthonie van Ede, van beroep wagemaker, en van Lina van den Broek, Ehelieden wonende te Putten alhier tegenwoordig en in ‘t huwelijk toestemmende, welke comparante Ons, in tegenwoordigheid van de vier hiernagenoemde getuigen hebben verzocht, om overtegaan tot de voltrekking van het door hen voorgenomen Huwelijk.
En hebben Wij voornoemde Ambtenaar, aan dit verzoek voldoende, vooraf voorgelezen de navolgende Stukken:
1e. Geboorte Extract van den Bruidegom
2e. Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie
3e. Geboorte Extract van de Bruid
4e. De Acten der Huwelijks-Afkondigingen, gedaan te Putten & Amersfoort op de Zondagen van den Zestienden en Drienentwintigsten April dezes jaares.
5e. Bewijs dat de zelve te Amersfoort hebben plaats gehad
6e. En het zesde Hoofdstuk van den titel van het Burgerlijk Wetboek, den opschrift hebbende van het Huwelijk.
En alzzo geene verhinderingen tegen dit Huwelijk ter Onzes kenisse gekomen is, hebben Wij aan ieder der aanstaande Echtgenooten afgevraagd, of zij elkander wederkeerig tot Man en Vrouw willen nemen? Waarop door elk hunner afzonderlijk een toestemmend antwoord gegeven zijnde, hebben Wij in naam der Wet verklaard, dat Gerrit van Dompselaar en Hendrika van Ede door het Huwelijk zijn verbonden
Waarvan Wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Gerrit Woltersom, oud zevenenveertig jaar, ambtsbode, Willem Arentse, oud drieentwintig jaar, bakker, Gerrit Jan Sonnenberg, oud dertig jaar, schilder en
Arend Schouten, oud Eenenveertig jaar, tolgaarder, alle goede vrinden en wonende te Putten.
uitdrukkelijk verzochte getuigen, welke, na voorlezing, hebben geteekend met Ons |
|